-
1 een akkoord aanslaan
een akkoord aanslaan -
2 aanslaan
1 [snel en kort raken] frapper3 [gereedmaken] mettre en état de fonctionner4 [beslag leggen op] confisquer5 [dieper indrijven] enfoncer♦voorbeelden:een toets aanslaan • frapper une touche2 iemand hoog aanslaan • avoir qn. en haute estimeiemand te hoog aanslaan • surestimer qn.iemand te laag aanslaan • sousestimer qn.→ link=toon toon1 [m.b.t. een motor] démarrer2 [zich aan de oppervlakte vasthechten] se déposer3 [beslaan] s'embuer4 [goed ontvangen worden] être bien accueilli5 [even geluid geven] se mettre à faire du bruit6 [wortel schieten] prendre7 [salueren] saluer♦voorbeelden: -
3 anschlagen
anschlagenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bekendmaken, mededelen ⇒ aanplakken6 vastslaan, -spijkeren♦voorbeelden: -
4 einen Akkord anschlagen
-
5 plaquer
plaquer [plaakee]♦voorbeelden:poche plaquée • opgestikte zakv2) vergulden3) verzilveren4) platdrukken7) ten val brengen, tackelen -
6 plaquer un accord
plaquer un accord
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Французский